Almere, 29 Augustus 2008 Holland Triathlon Almere, 3, 8-180-42,195
Eindelijk kom ik er aan toe om mijn ervaringen met de hele triatlon op papier te zetten.
Een enorm avontuur, een dagje sporten, een uitputtingsslag, een tering-waar-ben-ik-in atheusnaam aan begonnen, sportief gezien de dag van mijn leven.
De eerste keer van een heleboel dingen blijft je altijd bij. Sommige dingen liggen voor de hand en dit is zoiets. Al sinds ik van triatlon hoorde was Almere (een term die geen uitleg behoeft in het triatlonwereldje) 1 van de dingen die op mijn lijstje stond. 1 van de oudste triatlons van Nederland, Europa en eigenlijk ook van de wereld. Ooit begonnen bij Kijkduin en snel verhuist naar zijn huidige stek, is het dé maat van de Nederlandse lange afstand triatleet. Vele grote namen waren me voorgegaan, en het predikaat “Almere-ganger “ was iets wat ik altijd al wilde. In 2005 hielp ik een oud-collega van me, Jeroen Schenk bij 1 van zijn deelnames. Het al aanwezige vuur werd toen helemaal aangewakkerd. Het epische van de afstand, de sfeer onder toeschouwers maar ook onder atleten en de zichtbare voldoening van de atleten als ze over de finish kwamen.
Oftewel; resistance is futile. Jacob moet er ook aan geloven.
De weken voorafgaand aan de wedstrijd gingen goed. De triatlon in Antwerpen was een groot succes , dus ik ging met voldoende zelfvertrouwen de laatste weken in.
Een echte taper werd ingezet. Taperen houdt in dat je minder gaat trainen om je batterij op te laden en maximaal uitgerust te beginnen aan je belangrijke wedstrijd. Dan heb je dus tijd en energie over om na te denken. Natuurlijk had ik twijfels, maar dat gebeurt gewoon in je hoofd. Je begint te twijfelen; doe ik niet teveel, of misschien te weinig?
Op vrijdag, de dag voor de wedstrijd, voelde ik me goed. Ik had in de week vooraf tijdens een looptraining m’n buikspierkramp “overwonnen”, oftewel losgelopen tijdens een training. Deze kleine overwinning sterkte me, want deze UPD (unidentified physical dysfunction) heeft me ook dit seizoen weer dwars gezeten, vooral tijdens het lopen in Stein.
In Almere zelf was het een chaos. Omdat er zowel op zaterdag als op zondag een wedstrijd werd georganiseerd (Holland Triatlon en het ITU WK LD )was het een behoorlijke volle bedoening, waaraan de tekortschietende bewegwijzering niet aan meedroeg. Je spreekt wat andere atleten en probeert nog wat zaken te regelen, zoals een nieuw polar-horloge. De oude was nu eenmaal stuk. En als je de wedstrijd op hartslag doet is een goede HRM mooi meegenomen. Bij de inschrijving liep ik Lange afstand Wereldrecordhoudster Yvonne van Vlerken nog tegen het lijf. Dat is toch wel het mooie van de triatlonsport. Veel lager kan de drempel ook niet.
We hadden hetzelfde appartement gehuurd als toen we naar Nieuwkoop gingen voor het NK midden afstand daar. Een leuk appartementje, bij de Vinkeveense plassen, waar je optimaal tot rust kan komen.
Suzanne had vrij genomen zodat we op vrijdag al die kant op konden. Op vrijdag moest namelijk het startpakket al opgehaald worden en ook de fiets al ingeleverd (!). Een heel nieuwe ervaring. Ik kreeg echt het gevoel “met iets anders” bezig te zijn.
Verbazingwekkend genoeg kon ik me goed ontspannen op vrijdagavond. Ik voelde me opgeladen en sterk. Het werk van Chris (Brands) mijn coach had zijn vruchten afgeworpen. Op www.cb-consultancy.nl kun je voor zijn diensten terecht.
Zaterdagochtend ging de wekker al vroeg. 0730 was de start, een minuutje of 20 rijden en natuurlijk wil je wat tijd overhouden. +/- 3 uur van te voren eten, dus de wekker gaat om 0430. Pff, das wel erg vroeg. Suzanne kijkt me nog even vanonder 1 ooglid aan. Ze blijft (heel verstandig) nog even liggen. Ik doe mijn best om zachtjes te doen. Ik eet als een machine, en begin mijn bidons te vullen. Veel bidons, want we zullen nog wel even onderweg zijn. De bidons zijn overigens door 2 van de teamsponsoren ter beschikking gesteld. http://www.runnersworldgroningen.nl/en CycleTrend Groningen (allebei in 1 gebouw op het Hoornsediep, vlakbij de Action: P ) hebben naast hun verdere sponsorbijdragen ook in totaal 10 bidons geregeld.
De fiets heb ik gister al opgetuigd met al mijn gelletjes van SIS en ook de bidons worden gevuld met sportdrank van dat merk. Ook SIS helpt het team in onze pogingen de top te bereiken.
Een krat vol met bidons, blikjes, gelletjes en andere zaken die ik allemaal misschien nodig heb tijdens de wedstrijd staat nu klaar. Enkele dagen eerder heb ik de strategie al doorgesproken met mijn ouders, die voor deze wedstrijd als hoofden bevoorrading zullen fungeren.
Uiteindelijk komen we, natuurlijk, net iets later aan in Almere dan ik had gewild. Snel regel ik de laatste dingen bij mijn fiets en in een vliegende vlucht trek ik mijn wetsuit aan in de tent.
Jammer, een rustige aanloop was me zo goed bevallen in de vorige wedstrijden.
Snel dribbel ik het stuk naar het strand. Toch een km’tje als het niet meer is. Suzanne legt de fietspomp in de auto en ik door een misverstand raken we elkaar kwijt. Damn. Aangekomen op het strand zie ik andere supportcrews van teamgenootjes en opeens zie ik de mijne!
M’n ouders en mijn broer Emile met zijn vriendin Annieke zijn er vandaag bij om me te ondersteunen. Later op de dag (tijd zat immers) komen ook mijn broer Reimon en zijn Martine en buddy Anne Jan me nog aanmoedigen.
Ik maak mijn hoofd nat met water uit een ton. Er kan niet ingezwommen worden. Stress neemt toe. Ik zie wat bekenden en groet ze. Ik zie Jeroen en praat even met hem. Ik vind het leuk om samen met hem aan de start te staan. Jan Kaas op Safari.
Ik positioneer me aan de rechterkant van de groep. Niet helemaal vooraan maar op de 2e/3e rij.
Ademen doe ik tijdens het zwemmen alleen links, dus als ik aan de rechterkant van de groep zwem kan ik alles goed overzien.
0730: Start
Zwemmen: 58.50
Pang! Daar gaan we. Ik duik in het water en ik voel de kou mijn lichaam omsluiten. Ik probeer in mijn ritme te komen. Ik positioneer mezelf goed en probeer de opvallende vrouwen- en almeerder badmutsen in de gaten te houden. Na een paar honderd meter is de keerboei. Eerst gaan we weer terug naar het strandje voor een korte landgang. Leuk voor de toeschouwers, minder leuk voor de atleet.
Ik voel me flauw, krachteloos en dan begint het malen echt. Heb ik het verknald? Gaat het de hele dag zo?
Ik kom na een minuut of 16 uit het water. Mijn hartslag schiet huizenhoog als ik uit het water kom. Even een korte dribbel en dan bij het groepje blijven.
Opeens ben ik wakker. De spike in HF heeft me schijnbaar goed gedaan. Ik herstel en kan goed doortrekken. Ik voel opeens weer de kracht die ik de weken hiervoor voelde. De slagen worden klappen en ik laat het groepje achter me. Ik sluit aan bij een ervoor liggend groepje.
Het navigeren gaat moeizaam, want ondanks dat ik een dozijn oud Almere gangers om advies en raad heb gevraagd was niemand er op gekomen te zeggen:”Zorg voor spiegelende zwembrilglazen, want ’s ochtends vroeg hangt de zon laag, en hij is 80% van de tijd recht in je gezicht”.
Dus degene die dit leest en denkt aan meedoen, bij deze mijn advies. :)
Na een tijdje komen we de haven binnen. Ook weer bijzonder. Ik klim op de kade en kijk naar mijn horloge. Ik verwachtte 1.00-1.05 en ik kreeg 58 minuten. En dat met gemiddeld 1,5 zwemtrainingen per week en 4 maanden niet zwemmen in 2007 vanwege nekklachten.
De trainingen van GerJan hebben me dus goed gedaan, maar ook de bijdrage van mijn nieuwe wetsuit mag ik niet wegstrepen. Geregeld via Alwin, eigenaar van Runnersworld, heb ik nu het topmodel van Aquaman.
Ik loop onder de karakteristieke douches door. Ik sta niet stil maar wil maar 1 ding: naar de fiets.
T1:
De eerste wissel is “uneventful”. Pak uit, in tas, helm op, dribbel dribbel. Niet heel snel, maar zeker niet langzaam. Gecontroleerd. Gefocussed.
Ik zie Merijn vlak voor me. In Stein mijn Nemesis en ook bij andere wedstrijden kom ik hem geregeld tegen. Ik heb nog een foto van Antwerpen 2007 waar we samen uit het water komen. Goed gedaan dus van ons allebei. Ik roep hem toe: “Het is weer zo’n dag”, doelende op het feit dat we elkaar nog wel tegen zullen komen.
Fiets: 4.51.28
Meteen eten en drinken. Ik heb voor mijn gevoel niet meer de kracht op de fiets die ik vorige jaren had. Toch heb ik vertrouwen in de lange trainingen die ik heb gedaan. De afstand schrikt me niet af, maar hoe zit het met de snelheid?
Ik zoek naar een goede snelheid/ hartslag om te gaan fietsen. Dat zal tijdens die 180km het meest belangrijk zijn. Want houd ik mezelf heel. Al snel spreek ik een HF met mezelf af. Ik spreek mezelf toe er niet boven te komen of gekke dingen te doen. Ik sta mezelf wel toe om de hartslag iets op te laten lopen op stukken tegen de wind in.
Ik kom voor de eerste keer langs de support crew. Mijn hart slaat even over.
Merijn heeft een plannetje en gaat ervandoor. Ik besluit hem te laten gaan.
Al op de dijk heb ik Jochem te pakken. “Ben je er nu al?” vraag hij. Ik antwoord dat ik hem niet wou laten wachten. Ik trek mijn tempo door.
Het eerste rondje gaat vrij gemakkelijk. Ik zie af-en-toe trosjes fietsers. Sommigen iets gezelliger dan is toegestaan. Na een km of 30 kom ik achterop een groepje. Achteraan fietst iemand waarvan het lijkt alsof hij niet aan de wedstrijd meedoet.
Ik ben weer eens mezelf en probeer hem weg te krijgen. Hij draait zich om en dan zie ik dat het Chris is. Hij moet ook even kijken en ziet dan dat ik het ben. Hij geeft me wat adviezen en laat ons daarna gaan (en na aansporingen van juryleden).
Hij gaf daarvoor adviezen aan Wouter Wieringa die ook zijn begeleiding staan. Wouter en ik blijven bij elkaar in de buurt tijdens de eerste ronde.
Als we weer terug komen in het haven gebied probeer ik mijn rondetijd te berekenen. Ben vergeten op de knop te drukken. Ik gok dat ik op 1.36 zit. Dat is sneller dan mijn vooraf geschatte tijd van 5.00-5.05. Het gaat dus echt goed.
De tweede ronde houd ik het tempo vast. Wouter valt weg en ik ga op jacht naar de volgende. Ik zie op de dijk dat de afstand tussen mij en de (sub) top waaronder HJ goed te overzien is.
Aan het begin van de 3e ronde begint het gelazer.
De bevoorrading is goed gegaan en aan het begin van de ronde denk ik bij mezelf dat het tijd is dat we echt gaan beginnen. Maar ik kom in druk verkeer terecht. Een aantal trio deelnemers beginnen net aan het fietsen en voelen zich iets dapperder dan wellicht zou moeten.
Ze gaan voorbij maar kunnen het hogere tempo niet aan. Ze proberen het nog eens en dan grijp ik in. Ik heb geen behoefte aan een straf omdat zij lopen te klooien. 10 meter afstand of anders achter me blijven. Tegelijk verzamel ik een steeds grotere groep achter me. Dit irriteert me en ik ga meerdere malen de discussie aan. Ik word er gewoon niet vrolijk van als er een groep van 7 a 8 man aan je staart hangt. Zeker niet als er nou niet bepaald binnen de stayerlijntjes wordt gekleurd. Ik besluit om niet door te trekken.
Net op het moment dat ik een volgende atleet op kop dring en zelf op 10m ga zitten grijpt de voorzienigheid in. Een jury motor komt naast me rijden. Ik kijk hem aan en vraag of ik er te dicht op zit. Het antwoord is ontkennend en prompt steekt het jurylid zijn hand op en stopt de hele rij achter me.
Een STOP&GO.
Ik wacht nog even en zeg de andere atleet wat er is gebeurd. Hij gaat me niet hard genoeg en omdat ik weet dat hij me nog wel komt voorbij stormen bij het lopen besluit ik er maar vandoor te gaan. Het hele gebeuren heeft me wel tijd gekost. De 1e 2 ronden gaan in 1.36, de laatste in 1.38. Ik heb er alle vertrouwen in dat ik zonder het gedoe een perfect vlakke race had gereden. In de laatste ronde begin ik wat atleten met naam in te halen. (Sub) toppers die wellicht een slechte dag hebben, maar het bevestigd mij in het idee dat ik goed bezig ben.
De overvloed aan zoet vocht begint me parten te spelen en ik verdun mijn drinken wat meer met water en stap over op de extra gels die ik bij me heb.
Bij de windmolens, een opvallend punt in het parcours, stuit ik op een obstakel. 2 gigantische tractoren met nog grotere aanhangers “blokkeren” de weg. Een aantal atleten durft er niet aan voorbij te gaan vanwege het gebrek aan ruimte. Ik neem maar het initiatief en opeens gaan er meer schaapjes over de dam. Ik ga niet zitten wachten. Er was zelfs een atleet die met bidons begon te gooien omdat hij boos was. Wat een verspilling van energie!
Het laatste stuk gaat goed. De fietsmoeheid begint toe te slaan. Eindelijk komt de wisselzone in zicht. Terwijl ik het stadion binnenkom hoor ik de omroeper vertellen over Merijn. Hij komt het stadion net weer lopend uit. Hij gaat voor een tijd rond de 9 uur. Ik zit daar net 10 minuten achter.
T2: ik kom van de fiets. Lekker. Toch wel. Even zitten. Schoenen aan. Gesprekje met vrijwilligers. Dat het goed gaat. Ik adviseer ze het nog eens te vragen als ik weer terug ben. Ik moet nog wel een stukje.
Lopen: 3.17
Ik loop. Voelt eigenlijk best wel goed. Ik “vlieg”, ik voel dat er nog een zweefmoment in mijn techniek zit. Klopt dit wel. Mijn ademhaling is verhoogd. Ik kijk naar mijn hartslag. Wow. Easy cowboy. Ik kom langs de coachpost en krijg mijn gelletjes. 5km. 19 nog wat. Ehm. Dat is wel erg hard. De rem er maar goed op dan. Het wordt nog zwaar zat. Eigenlijk gaat het vrij soepel. Chris komt nog even bij me lopen met wat goede raad. Ook Henk, de teammanager vraag hoe ik me voel. La famiglia staat met zijn allen bij de coachpost, inclusief een spandoek met daarop “Pijn is Fijn”. Makes me smile. Ik haal een aantal mensen in, soms komt er iemand voorbij. Achteraf is alles 1 grote blur en is het moeilijk herinneringen van verschillende rondes te scheiden. Rond 20km heb ik een dipje. Die duurt om precies te zijn 100meter. Ik spreek mezelf even streng toe en het gaat wel weer. Letten op het ritme en doorgaan. Dit ligt me wel, denk ik bij mezelf. Het is warm, maar niet te. Ik neem op gezette tijden mijn gelletjes in, drink zoveel mogelijk water bij de verzorgingsposten. Ik zie Wouter en Stefan van der Pal voorbij stormen. Vooral Wouter gaat als een speer. Hij zal dan ook een sub 3u marathon neerzetten. Wauw. Ik kom in een flow. Praat wat met mensen die ik voorbijkom. Ik passeer Merijn. Hij gaat de 9uur niet halen. Zie iemand stukken van het parcours afsnijden (door het gras lopen i.p.v. over het pad) en vervolgens bloedserieus beargumenteren dat dit mag omdat er geen afzetlint hangt. Tuurlijk. Ik kom gerenommeerde atleten tegen die de man met de hamer zijn tegengekomen. Ik ga echt goed. Einde ronde 2 hoor ik van Krieki dat HJ een paar minuten voorligt en dat hij niet echt goed gaat. Ik besluit er niet aan te denken. Ik ben constant aan het rekenen. Ik ben vooral met totaal tijd bezig, niet met marathon tijd. Een tijd onder de 9.15 lijkt mogelijk. Of toch niet? Of toch wel? Vermoeidheid helpt niet bij het doen van rekensommen.
Als ik de dijk weer op draai (dan is het nog 1 recht stuk van een km of 5 denk ik) zie ik niet al te ver weg HJ. Ook Anton Mol, toch een gevestigde naam, die me eerder voorbij ging zit er in de buurt. Ik doe er nog een schepje bij. Mijn hartslag gaat iets omhoog. Het is nog een km of 3, ik hoef geen drinken of gelletjes meer. Ik wil erop en erover. Ze stoppen allebei bij de laatste verzorgingspost. Ik sla over en ga door. Ik passeer HJ en geef hem een tikje op de bil. Mensen die het achteraf horen interpreteren het vaak als dominant of denigrerend. Het was niets van dat alles. Het is gewoon een moment tussen hem en mij. Warriors in the same war. HJ vloekt en groet. Hij heeft het zwaar. Even later zie ik Reimon links van me en hij rent de laatste 2 km met me mee. Het leidt me af. Fijn. Een klein stukje nog. Doet toch wel pijn. Toch wel. Brug over, over de schouder kijken. Niemand in de buurt. Hartslag is nu richting omslagpunt. Dat dat kán na een uurtje of 9 zo hard mogelijk gaan. Ik zie Suzanne, m’n ouders, broers en aanhang. Brok in de keel. Even aanzetten om binnen de grens te blijven. Welke grens? De totaal onbelangrijke 9.14 grens. Ik ga over de finish. 9.13.xx. 14e plaats overall. Op de hele. In mijn eerste keer. Ik schreeuw. Een oerkreet vanuit mijn tenen.
Terwijl ik schreeuwde schijnt de omroeper iets in de trant van “Jacob Veenstra, onthoudt die naam” te hebben gezegd. Ik strompel naar de tent. Meteen word ik ondersteund en bevraagd hoe het met me gaat. Niet te lang blijven zitten zeggen ze. Dat wordt nog een opgave. Ik ga naast de Tsjech (?) zitten die voor me binnenkwam. Ik was hem op de fiets gepasseerd maar hij heeft een mean marathon in zijn benen. We schudden elkaar de hand. Wat een ervaring. Ik wankel naar Suzanne en de rest die bij het hek staan. Ondertussen wat eten en drinken naar binnen werkend. Vast voedsel. Oei. Is gewoon moeilijk na zo’n dag. Ik zie Wouter en Chris en geef en ontvang felicitaties.
Henk Jan komt binnen. Kapot. Meer dan kapot. We schudden elkaar nog maar eens de hand.
Wat een dag.
Daarna word alles moeilijk. Spullen ophalen, douchen. Iedereen feliciteert met me met mijn prestaties. Ik ben moe. Suzanne moet me bijna dragen. We gaan wat zitten eten vlakbij de finish. Ook Anne Jan is er ondertussen bij. “ Wat een geluk dat ik dit mag meemaken met allemaal mensen waar ik van houd om me heen”, gaat er door me heen.
Ik krijg niet veel door mijn keel. ’s Avonds halen we nog een pizza, die ik tegen mijn gewoonte in niet op krijg. Ook mijn zak met yoghurtgums blijft liggen.
Gelukkig word ik de volgende dag om ½ 7 wakker en heb ik honger. Dus die pizza en gums komen toch nog op. Lichaam helemaal van slag. Geest helemaal in orde.
Ik wil iedereen bedanken die op 1 of andere manier hebben bijgedragen aan deze dag.
Suzanne, geduldig en begrijpend, stimulerend en ondersteunend. Zonder jou was het allemaal niet gelukt.
Douwe,Grietje, Emile en Annieke, Reimon en Martine; voor jullie geweldige ondersteuning en niet aflatende aanmoediging.
Sponsoren; Runnersworld (Alwin, Jojanneke, Reinder en de rest), CycleTrend (Steven, Florian en de rest);advies, hulp en luisterend oor.
Science in Sports en DijkmanSport voor de iets minder persoonlijke maar toch onmisbare bijdragen.
De rest van het team en het teammanagement. Dat we samen de top mogen bestormen.
Collega’s van Plaza Sportiva. Voor het begrip voor een soms hondsmoeie, lichtelijk chagrijnige en zeer drukke collega.
Anderen die via deze weblog, via mail of in woord hun aanmoediging hebben laten klinken.
Speciale dank voor de mensen van snellewielen.nl. Ondanks dat ze geen verplichtingen of verbinding aan of met me hebben, zijn ze toch uit hun weg gegaan om te zorgen dat ik een onderdeeltje dat was afgebroken van mijn stuur vliegensvlug kreeg geleverd. Anders hadden we heel andere oplossingen moeten verzinnen.
Natuurlijk dank voor alle vrijwilligers die wedstrijd mogelijk hebben gemaakt.
Een fantastische dag. Die als alles goed gaat volgend jaar een vervolg gaat krijgen in Zurich.
Tijdens de plaatselijke Ironman ga ik mijn eerste gooi doen naar het verkrijgen van een slot voor het WK Ironman op Hawaii. Daar horen jullie nog meer van.
Nu eerst bijkomen en hard studeren in Rome.
3 jaar geleden
1 opmerking:
Dag schatje, het blijft een leuk verhaal, ik zou bijna vergeten hoe achterlijk vroeg ik uit mijn bedje moest... Heb ik graag voor je over (wil er er wel wat voor terug maar daar hebben we het nog wel over :)).
Liefs Suus
Een reactie posten